top of page

Oei ik Groei

Oei ik groei’ is de titel is van een boek geschreven in 1992 door Frans Plooij en Hetty van de Rijt. Het boek gaat over de 10 sprongen in de mentale ontwikkeling van het kind.

 

Mijn verhaal gaat ook over ontwikkeling, maar dan over de verandering en de groei van een stad. Ook in deze ontwikkeling worden sprongen gemaakt: middeleeuwse steden werden industriesteden, de auto deed zijn intrede met alle gevolgen van dien voor de infrastructuur van de stad en ook nu zijn er ontwikkelingen gaande op gebied van klimaat, energie, milieu, technologie waarvoor in de toekomst aanpassingen nodig zullen zijn (bron: Slimme steden van Maarten Hajer en Ton Dassen).

 

Ik ben in deze stad geboren en heb er altijd gewoond. In mijn jeugd heb ik de stad ervaren als een groot dorp, met alle bekende, vertrouwde plekken en mensen. Nu is de stad veel drukker geworden, meer toerisme, meer studenten, meer talen, meer diversiteit, meer verkeer, meer huizen, meer winkels, meer kantoren, steeds meer een grote stad, een stad die nog steeds groeit en waarin ik een toeschouwer ben die gedurende haar hele leven alle veranderingen heeft gadegeslagen, verdrietig over hetgeen verdwijnen moest en blij met hetgeen nieuw verscheen. Nog steeds kijk ik om mij heen, met groeiende kennis over de stad en verbaasd over de complexiteit van het verhaal van de stad. Verbaasd ook over het tempo waarmee (grote) projecten worden uitgevoerd. Om mij heen zie ik (tijdelijk) braakliggende terreinen, oude buurten die een facelift krijgen, een brug die verlegd wordt, een nieuw aangelegd park, herbestemde industriële gebouwen en nieuw verrezen moderne architectuur. Kortom de dynamiek van een veranderende stad. Ook deze tijd brengt nieuwe opgaven en uitdagingen met zich mee die van invloed zijn op deze ontwikkelingen. Al deze opgaven zijn bouwstenen waarmee gewerkt wordt aan een mooie en leefbare stad, net zoals mijn foto's bouwstenen vormen voor mijn verhaal over deze stad.

 

Het zijn de mensen die de stad maken, met hun specifieke wensen, behoeften, ideeën en meningen over hun woonomgeving en hoewel mopperen een menselijke eigenschap is, lijkt het meerendeel van de bewoners zich hier toch aardig thuis te voelen en spreekt met gepaste trots over de stad. Ik plaats mijzelf bij die laatste categorie en zeg met trots 'Mie Leef Mestreech' (mijn lief Maastricht).

bottom of page